Secret Garden, 2023
You are marvelous, 2024 (ode aan Franciscus)
51 x 69 cm, 100 x 135 cm, 130 x 176 cm
Toen ik deze foto maakte schreef ik deze brief aan u lieve grappige Oost-Indische kers. (september 2023)
U bent nu mijn huidige model. U oh zo weelderig bloeiende, ieder jaar zo knaloranje slingerende en mij uitnodigende u te plukken om in vazen te zetten en op te eten. Uw kelkvormige vrolijke hoedjes lijken op de puntmutsen van kapucijner monniken. Hoe krijg ik u op de foto!
Uw slingers met ronde platte blaadjes waar waterdruppels zo mooi rond op blijven liggen zitten vol grappige lieflijke duiveltjes in en ik wil alleen u portretteren. Ik wil eenvoudiger werken met alleen maar U, oranje kapucijner kers: Gewoon omdat ik u overal zie bloeien de laatste maanden. Omdat ik slingers van u pluk, thuis in vazen heb gezet en één enkele slinger mee heb genomen naar het schrijfhuisje. Het licht speelt zo prachtig door u heen. Ik heb u eindeloos gefotografeerd en gefilmd. U bent mijn snoezig smoesje om niet te hoeven schrijven. Maar u eenvoudig por
U wordt ook monnikskers genoemd en in het Frans heet u ,Capucine ‘ vanwege uw puntmuts. uw kapje, die capuchon.
Wist u dit al?.
Dat de kapucijnen zijn begonnen als ruige volgelingen van Sint Franciscus. Ze leefden streng ascetisch en elke monnik moest bezit afzweren. Blote voeten bedelmonniken die een rafelige bruine pij dragen met puntmuts, een capuze. U groeide weelderig in de tuin van mijn Tilburgse oma. Ook mijn ouders en mijn grootouders waren aanhangers van St.-Franciscus. De heilige die preekte tegen de bloemen en de dieren. Net zoals mijn schoonouders noemden mijn grootouders ze hun jongste zoon Frank. Ik heb iets met Franken en Fransen. Ze brengen me vaak geluk. Ten eerste: ik spreek heel goed Frans, vooral in Kameroen geleerd. Veel mannen die wat voor mij en mijn werk betekend hebben heten Frans of Frank. Ik verkeer nu veertig jaar met mijn man liefsteFrank. Mijn peetvader heetteFrans: Oom Frans van Wijck. (Oom Frans was toen wethouder economie meteen al na de oorlog en locoburgemeester van Amsterdam. Aan hem schrijf ik een brief) De conservator van het Valkhof Museum die mijn werk aankocht en tentoonstellingen maakte heet Frank van de Schoor. Mijn leraar op de academie Frank van Hemert, die me als nieuwe leraar in de vierde een elf gaf nadat ik zesjes en vijfjes gekregen had van de andere leraren zag dat ik me niet conformeerde aan de heersende kunstopvattingen waarmee je achten en negens kon scoren. Franken zagen mijn potentie. Franken en Fransen brengen en brachten me geluk.
Francis Wells, mijn hartchirurg van het Papworth hospitaal in Cambridge die mijn mitralisklep als een bloem beschouwde en niet als een autoklep. Frans Nies die mijn eerste drie boeken vormgaf
En dan is er Franciscus zelf die de met de planten en dieren sprak
Franciscaner monniken die vonden dat hun mede monniken niet genoeg volgens de leer van Franciscus leefden en daarom een nieuwe orde gesticht hadden werden bedelmonniken die veel grapjes maken en geen enkel bezit hebben. Net als u oh monniken kers groeide de orde weelderig als grappig onkruid door het religieuze Zuiden. Mijn oma in Tilburg vertelde over kapucijner monniken die zo arm waren dat ze met blote voeten liepen om in de geest van Jezus te leven en om hun bezittingen onder de armen te verdelen. Hun ego moest compleet uitgebannen worden. Als kinderen aten we in de vasten boterhammen met tevredenheid: niets er op dus en het uitgespaarde geld ging in een missiespaarpotje. In Tilburg liepen we met mijn oma naar de kapucijner monniken in hun klooster op de Korvelseweg om het uitgespaard geld te brengen voor de missie. Er waren na de oorlog 19 kapucijner kloosters in Nederland en één stond vlakbij waar mijn oma woonde. Het staat er nog steeds.
Inmiddels hebben deze monniken zich meer aan de tijd aangepast. In 2020 in coronatijd is daar voor het eerst een monnik 100 jaar geworden. De burgemeester kon hem niet feliciteren vanwege de restricties maar de journalist van het Brabants dagblad kwam wél, hij vertelt over de kapucijner leer.
De bedelmonniken hebben zich aangepast aan de tijd, De rafelige pijen zijn vervangen en ze dragen sokken en schoenen. Ze drinken inmiddels wél Franse wijn, ik zie thee met koekjes met amandelen op de foto in de krant.
Ik word meewarig als ik denk aan mijn oma die ons leerde een voorbeeld te nemen aan deze eerbiedwaardige mannen met baarden. Zo katholiek was ze en ik denk aan mijn vader die er trots op was om als de arme man Job te leven toen al zijn geld op was. Hij wilde ook wel monnik worden, weg uit het onhandige leven waar hij zoveel moest presteren. In het klooster kon je bidden en lezen en wat schrijven en eenvoudig werk doen. En eten krijg je er ook. De laatste jaren van zijn leven fietste mijn vader iedere dag naar de andere kant van Tilburg om warm te lunchen met een pastoor in een klooster.
tretteren om uw ziel te eren lukt me niet.
Onlangs zag ik weer het schilderij ‘Boeddha’ van Odilon Redon in het van Gogh Museum dit inspireerde me om eenvoudige gebroken witte beige kleur te kiezen als achtergrond. Kan ik een ‘Margriet-Smulders’ fotowerk maken met slechts één slinger? Een ode aan de eenvoud? De ongebleekte wilde Tasar zijde uit Bihar waar ik wat rollen van heb gekregen heeft precies die zelfde gemeleerd beiges. Overigens heeft Odilon Redon ook een schilderij gemaakt waarop alleen maar Capuzine staan afgebeeld. Ik kon pas stoppen toen ik u verbonden had met een andere slinger: de passiebloem die weelderig was gaan bloeien in onze tuin. Tijdens de lunch riep die mij: ik wil er ook bij. ik moet er bij, anders wordt het echt niks, dat portret. Sorry!
Uw eindeloos doorgroeiende lange slierten van de oranje lieflijke duivelsbloemen zijn als mijn meanderende teksten, het schrijven, lezen en associeren houdt maar niet op. De teksten blijven maar doorstromen als de Waal waar steeds weer nieuw water in komt net zoals uw slingers doorgroeien. Eindeloos. Maar ook van u zullen bij de eerste vorst uw stengels doorschijnend worden, gaan glibberen en uw bladeren worden bruin beige en drogen in. Uw vrolijke oranje kabouter mutsen zullen verschrompelen tot dunne donkerrode spinachtige diertjes.
Ik herinner me een studie vakantie reis. Het was de maand mei na mijn open-hart operatie. Ik wilde na die lange winter de wijde wereld in.
Op Madeira, het bloemeneiland werd het Maria feest gevierd. Door de hoofdstad dansten processies meisjes als bloemen verkleed. Niet als kapucijners. Maar overal zag ik u bloeien in grote volle wolken slingerde u over het asfalt. In plantenbakken heb ik u niet gezien. U, kapucijner kers wordt er als onkruid door varkens gevreten.
Wij eten u nu ook, door de sla. We plukken u in onze pluktuin Het Heerlijke Land in Malden waar we ook salades en bietjes en courgettes plukken.
Soms zoals vandaag toen de sla wat saai leek te worden ging ik nog even naar ons atelier. Daar in de achtertuin staan meer dan honderd jaar links en rechts van de achterdeur grote bloembakken die de nonnetjes daar hebben laten metselen. Daar heb ik u al dertig jaar ieder jaar gezaaid en ieder jaar doet u uw best om eenvoudig weg te stralen. U golft over de de hoge bakken heen tot op de grond en klimt langs de regenpijp de brandtrap op.
Oh monniken-kers, Moge u lang leven en eeuwig weelderig doorbloeien.
Alsjeblieft wilt u weelderig overal bloeien?